Gamedidactiek: hoe werkt dat dan?

Onderstaande figuur een toont een model voor de verhouding tussen spelen en leren. Het komt uit het boek Gamedidactiek. Het komt erop neer dat een speler in de gamecirkel intuïtieve kennis opdoet, en deze bewust verwerkt in de leercirkel. Zo kunnen, door een spel slim in te zetten, de ratio en intuïtie “gekoppeld” worden.

In de gamecirkel doorloopt een speler een intuïtief leerproces. De speler ervaart de boodschap die de in het spel verweven is.

Er is een speldoel dat de speler wil bereiken door een plan te maken, tot een actie over te gaan, de feedback van het spel te beoordelen en vervolgens direct, in-game, te reflecteren op de ervaring. Zo kan een speler razendsnel en onbewust ervaring opdoen in de spelwereld.

In de leercirkel reflecteert de speler op de ervaring. Vanuit die reflectie wordt een abstract concept ontwikkeld, en wordt de ervaring benoemd en bewust gemaakt. 

Afhankelijk van het spel en de manier waarop het wordt ingezet kun je ruwweg vier speltypen definiëren:

  • Kennisspel: Speler speelt spelletje en heeft daarvoor kennis uit de leercirkel nodig.
  • Oefenspel: Speler leert intuïtief, in het spel, geen kennis nodig.
  • Begripsspel: Speler ontwikkelt in de gamecirkel een gevoel (dieper intuïtief begrip) voor een complexe boodschap. Dat gevoel wordt gelabeld in een verwerkingsslag. Intuïtieve en expliciete kennis worden gekoppeld.
  • Verkennend spel: Speler vertoont in de gamecirkel eigen, authentiek, gedrag, en reflecteert daarop in de leercirkel. Intuïtief gedrag wordt zichtbaar gemaakt voor de speler. Het spel als spiegel.